Ontwerpprincipes voor multimedialeren (Mayer)

Op basis van 10 jaar onderzoek in de jaren ’90 biedt Richard E. Mayer de pedagogische wereld zijn ‘Cognitive Theory of Multimedia Learning’ aan. Deze theorie stelt multimedia-instructie centraal. Er bestaan meerdere visies op multimedia. Volgens de eerste visie betreft multimedia het aanbieden van leermateriaal gebruik makende van meerdere kanalen. Een voorbeeld hiervan is het aanbieden van illustraties en geschreven tekst. De tweede visie legt niet zozeer de nadruk op de verwerkingskanalen, dan wel op de zintuigen die gebruikt worden voor het ontvangen van de informatie. Een voorbeeld hiervan is het aanbieden van vertelling en animatie, of het geven van een voordracht met slides.

Algemeen beschouwd stelt Mayer met zijn theorie dat multimedia-instructie verbale en visuele mentale voorstellingen stimuleert, die geïntegreerd kunnen worden met de beschikbare voorkennis, waardoor nieuwe kennis geconstrueerd wordt.

Volgens Mayer moet je bij het aanbieden van informatie rekening houden met de volgende 3 basisassumpties:

1. De dual channel assumptie die stelt dat mensen leren via een auditief/verbaal kanaal (informatie die ons aangeboden wordt via het gesproken woord en die we dus horen) en een pictorieel/visueel kanaal (informatie die ons bereikt via beelden en die we dus zien). Beide kanalen treden in interactie tijdens het verwerven van informatie

2. De limited capacity assumptie die stelt dat slechts een fractie van alles wat een mens via beide verwervingskanalen binnenkrijgt, kan vastgehouden worden in het werkgeheugen

3. De active processing assumptie die zegt dat personen de aangeboren neiging hebben om zich op hun eerdere ervaringen te baseren bij het selecteren en verwerken van nieuwe informatie.

Mayer suggereert op basis van deze assumpties ontwerpprincipes voor digitale leermiddelen.