• Wegwijs
  • 1 · Basis (TPACK)
  • 2 · Ontwerp
  • 3 · Ontwikkeling
  • 4 · Uitrollen en nazorg
  • 5 · Samenwerkend leren
  • 6 · E-coaching
  • 7 · Bezorgdheden
dd-top-menu
  • nl
  • fr
  • en
Digitale Didactiek
Digitale Didactiek
Digitale Didactiek voor Lesgevers
  • Wegwijs
  • 1 · Basis (TPACK)
  • 2 · Ontwerp
  • 3 · Ontwikkeling
  • 4 · Uitrollen en nazorg
  • 5 · Samenwerkend leren
  • 6 · E-coaching
  • 7 · Bezorgdheden
MENU CLOSE back  

2 · Ontwerp

  • Overzicht
  • Theorie
  • Casussen
  • Oefeningen
  • Uitdieping

Vraagtypes

Digitale toetsprogramma’s zijn de laatste jaren sterk verbeterd en bieden een groot aantal vraagtypes aan. Het is hierbij belangrijk dat het vraagtype aansluit op het type kennis dat je wilt toetsen. Door de grote verscheidenheid aan vraagtypes is het mogelijk om ook complexe cognitieve vaardigheden (analyse, synthese, evaluatie) te toetsen.

Hieronder vind je de verschillende soorten vraagtypes. Wens je meteen het overzicht, ga dan naar het volgende scherm.

 

Multiple choice

De cursist selecteert één antwoord uit een lijst met mogelijke antwoorden. Het meest gekende voorbeeld is een juist/onjuist vraag.

+ Automatisch scoren

+ Mogelijkheid tot afnemen van veel vragen in een kort tijdspad

– Hoge gokkans

– Lage authenticiteit

Meerdere antwoordmogelijkheden

De cursist kan meer dan een antwoord kiezen uit een lijst van antwoorden.

+ Automatisch scoren

+ Mogelijkheid tot afnemen van veel vragen in een kort tijdspad

– Hoge gokkans

– Lage authenticiteit

Ordening/matching

De cursist ordent, matcht of categoriseert bepaalde elementen. Een voorbeeld hierbij is dat je de cursist vraagt om een bepaald aantal antwoorden in de juiste volgorde te plaatsen.

+ Automatisch scoren

+ Mogelijkheid tot afnemen van veel vragen in een kort tijdspad

– Hoge gokkans

– Lage authenticiteit

– Complexere scoringsprocedures

Correctie/vervanging

De cursist vervangt of corrigeert bepaalde elementen in een tekst, grafiek of tabel. Een voorbeeld hier is dat je de cursist vraagt om de verkeerd gespelde woorden aan te duiden.

+ Automatisch scoren (rekening houden met type fouten)

– Hoge gokkans

– Lage authenticiteit

Invuloefeningen (met tekst of numerieke gegevens)

De cursist vult een zin aan met één of enkele woorden, of geeft antwoord op een numerieke vraag. Een voorbeeld is een item waarin je cursist de ontbrekende woorden in een tekst moet invullen.

+ Automatisch scoren (rekening houden met type fouten)

– Lage authenticiteit

Kort antwoord/essay

de cursist formuleert een eigen kort antwoord (numeriek of met tekst) of een open vraag.

+/- Automatisch scoren is slechts mogelijk (rekening houden met type fouten)

+ Hogere authenticiteit

– Mogelijks is er een menselijke interactie nodig

Presentatie/portfolio

De cursist voert een weinig gestructureerde taak uit. Een voorbeeld hierbij is dat je cursist een simulatie uitvoert en de consequenties van deze acties kan bekijken.

+ Hogere authenticiteit

– Doordat de taak minder gestructureerd is, bestaat de mogelijkheid dat er een menselijke beoordelaar moet ingezet worden.

– Complexe scoringsprocedures bij automatische scoring.

 

LINKS

Module

Ontwikkeling – Tools voor elke type leerobject

Theorie
  • Leerinhouden en leerobjecten
  • Structuur en scenario
  • Multimedialeren (Mayer)
    • Mayer’s ontwerpprincipes van multimedialeren
    • Overzicht
  • Digitale hulpmiddelen
    • Informatiehulpmiddelen
      • TEKST
      • ILLUSTRATIE
      • AUDIO
      • VIDEO
      • WEBLECTURE, PODCAST
      • CONCEPT-ANIMATIE
      • SOFTWARE-ANIMATIE (=Screencast)
    • Organiserende hulpmiddelen
      • MINDMAP
      • BLOG
      • WIKI
    • Uitvoerende hulpmiddelen
      • SIMULATIE
    • Testhulpmiddelen
      • Digitale testen
      • Testsoorten
      • Vraagtypes
      • Vraagtypes – Overzicht
    • Oefenhulpmiddelen
    • Samenwerkingshulpmiddelen
      • Synchrone hulpmiddelen
      • Asynchrone hulpmiddelen
Digitale Didactiek
Digitale Didactiek
  • Nederlands Nederlands
  • Frans Frans
  • Engels Engels