Ruimtelijke nabijheidsprincipe (Spatial Contiguity Principle)

Cursisten leren beter wanneer corresponderende woorden en beelden dichtbij elkaar worden weergegeven dan wanneer die ver uiteen staan op een pagina of scherm.

Gebruik een verbindingslijn om de naam van een onderdeel of de bijhorende tekst met het onderdeel zelf te verbinden. Is de bijhorende tekst te lang, zorg dan voor een pop-up bericht dat verschijnt wanneer de muis het bijhorende onderdeel aanraakt, ook wel mouse-over genoemd.

Valkuilen:

  • Tekst en grafisch element worden gescheiden door scrollende schermen. Zorg ervoor dat beide naast elkaar kunnen worden geplaatst zodat de cursist de tekst niet eerst moet lezen en pas erna naar het grafische element kan kijken.
  • Scheiding van feedback van vraag of antwoord. Zorg ervoor dat de cursist zijn antwoord kan vergelijken met de feedback die jij in de cursus hebt voorbereid. Dit verhoogt de leercurve.
  • Richtlijnen op een afzonderlijk scherm. Zorg ervoor dat richtlijnen, die bij een bepaalde oefening of bepaald onderdeel van de cursus horen, blijvend zichtbaar zijn. Eventueel door gebruik te maken van een kleiner scherm dat de cursist zelf kan minimaliseren of verplaatsen.
  • Alle tekst onder het grafische element. Zorg ervoor dat de tekst zo dicht mogelijk bij het grafische element staat en splits die tekst in kortere stukken om een beter overzicht te krijgen.
  • Gelijktijdig afspelen van animatie en de bijhorende tekst. Zorg ervoor dat je eerst de bijhorende tekst laat lezen en dat de cursist erna op de ‘play’ knop kan drukken om de animatie te bekijken.
  • Gebruik van een legende. Zorg ervoor dat elk stukje van de legende naast het corresponderende onderdeel staat. Op die manier kan de cursist beide elementen eenvoudig opnemen.