Deze casus werd tijdens een seminarie effectief getest door de deelnemers.

De presentator wilde aantonen dat cursisten beter kunnen leren van woorden en grafische elementen dan alleen van woorden. Daarvoor gebruikte hij het feit dat hij net een bestelling van heel veel papieren vliegertjes van het type ‘BEODL001’ heeft ontvangen die aan duidelijke kwaliteitseisen moeten voldoen. Om de productie snel te laten verlopen, deelt hij de deelnemers in drie groepen in.

  • De eerste groep ontvangt een uitgeschreven handleiding.
  • De tweede groep krijgt diezelfde handleiding en bijkomende begeleiding van een lesgever.
  • De derde groep krijgt een zelfgemaakte video te zien waarbij de lesgever toont en uitlegt hoe die vliegertjes worden geproduceerd.

Elke groep krijgt 20 minuten leertijd om daarna over te gaan tot een productiefase van nog eens 20 minuten.

Hierna worden de vliegertjes van de verschillende groepen op kwaliteit gecontroleerd.

Wat blijkt!

  • Uit groep 1, die enkel beschikte over een uitgeschreven handleiding, kwam maar 1 kwalitatief vliegertje.
  • Uit groep 2, die naast de handleiding ook nog eens over de begeleiding van een lesgever beschikte, kwamen 5 kwalitatieve vliegertjes.
  • Groep 3, die zowel auditief en visueel werden ondersteund via de video, kon 11 kwalitatieve vliegertjes voorleggen.

Een mooi voorbeeld van het multimediaprincipe waarbij cursisten beter leren van woorden én grafische elementen dan alleen van woorden.

Mooi neveneffect hierbij is dat de presentator voor het maken van de video een half uurtje nodig had, terwijl de uitwerking van de handleiding zo’n drie uur innam.